De illusie van adoptie geluk
Adoptie wordt gezien als een goede daad om de veiligheid en liefde van een nieuw gezin te bieden wanneer het voor een kind niet mogelijk is om door zijn/haar biologische ouders opgevoed te worden. Bij adoptie wordt de volledige ouderlijke verantwoordelijkheid voor het kind juridisch overgedragen van de biologische ouders op de adoptieouders. Bij de uitspraak neemt het kind de achternaam van de adoptieouders aan, dient de adoptieakte ter vervanging van de geboorteakte en wordt het kind een permanent lid van het adoptiegezin.
Hoewel in de afgelopen tientalen jaren vele kinderen naar Nederland zijn gekomen voor adoptie, is het aantal interlandelijke adopties gedaald. De afname hiervan heeft onder andere te maken met de aandacht voor ernstige misstanden uit het verleden. Zo is gebleken dat adoptiepapieren niet in orde waren, en dat interlandelijke adopties veelal illegaal hebben plaatsgevonden, waaronder ook mijn adoptie.
De vraag of adoptie in het belang van het kind is, roept dan ook vraagtekens op. Ben ik als adoptiekind de gelukkige in dit verhaal? De keuze voor adoptie is afkomstig vanuit een kinderwens of om een veilig thuis en een betere toekomst te bieden. Zodoende, de vraag naar adoptie groeide met de jaren. Echter, veel adoptieouders waren niet op de hoogte wat adoptie precies inhield. Onterecht werd aangenomen dat kinderen uit een slecht milieu kwamen, verwaarloosd door armoede, achtergelaten door hun biologische ouders, en dat zij niet de kansen hadden zoals we die hier in het Westen kennen. Ook was er weinig kennis over de culturele achtergrond van het kind, wat bijdraagt aan het temperament en het karakter van het kind.
Daarnaast werd bij de adoptieaanvraag weinig aandacht besteedt aan het psychisch welzijn van de adoptanten. Tevens was het niet gebruikelijk om na de adoptie nazorg te bieden. Zodoende vond er geen controle plaats vanuit de Kinderbescherming hoe het gezin functioneerde en of dat in het belang was van het adoptiekind. Wanneer er problemen ontstonden binnen het gezin, werd dit al gauw door instanties als Jeugdzorg afgedaan als adoptieproblematiek, waarbij de opvoeding van adoptieouders zelden meewoog. Ook werd er weinig aandacht besteed aan de biologische achtergrond van het kind, en hoe ouders daar begripvol mee om konden gaan. Zodoende wordt onbewust de biologische identiteit van het adoptiekind verwaarloosd.
Geluk en dankbaarheid
Al in de vroege jaren van adoptie werd bekend dat adoptieprocedures niet zuiver verliepen en dat er illegale praktijken plaatsvonden. Dit betekent dat kinderen niet vrijwillig zijn afgestaan door hun biologische ouders. Niet alleen werden kinderen uit hun natuurlijke omgeving gehaald, maar ook nog eens ontvoerd en doorverkocht. Het is dan ook gebleken dat in het verleden adoptiepapieren niet klopten of dat adoptieouders een ander kind meekregen. Het ontbreken van de biologische identiteit kan een grote rol spelen in de ontwikkeling van een kind. Met name wanneer het kind niet gestimuleerd wordt in zijn natuurlijke Zijn. Dit gebrek vindt veelal plaats wanneer adoptieouders niet emotioneel beschikbaar zijn en geen emotionele verbinding kunnen maken met het kind.
Emotionele onbeschikbaarheid vindt voornamelijk plaats in een samenleving die een individualistische cultuur kent, waarbij de belangen van het individu belangrijker zijn dan het aangaan van emotionele verbondenheid met anderen. Daarbij wordt men in de Westerse samenleving gestimuleerd om vanuit het verstand te leven en om geluk te vinden buiten onszelf in termen van relaties, werk, status en andere vormen van materialisme. Dit heeft veelal ertoe geleid dat men de verbinding met zichzelf is kwijtgeraakt, en niet bewust is van zijn innerlijke wereld. Zodoende gaat men ervan uit dat welvaart belangrijker is dan de biologische identiteit van het adoptiekind. Verwacht wordt dat adoptiekinderen dan ook dankbaar zijn voor het leven wat hen is aangeboden en dat ze het geluk hadden om gered te worden.
Doordat er geen emotionele verbinding kan ontstaan tussen ouder en kind, kan het gezin onder druk komen te staan, waarbij als gevolg innerlijke conflicten worden geprojecteerd. Als adoptiekind heb ik hiermee te maken gehad. Ik ben op vijfjarige leeftijd geadopteerd uit Hongarije. Mijn adoptieouders hadden twee biologische kinderen en wilden graag hun gezin uitbreiden door adoptie. Echter ben ik in een gezin terecht gekomen, wat niet in mijn belang was.